Chiloé Eiland (Isla de Chiloé)

Het eiland Chiloé is een bijzonder stukje Chili met een heel eigen karakter. Het eiland strekt zicht uit over een lengte van 180 kilometer en heeft een maximale breedte van ongeveer 50 kilometer. Het eiland bestaat hoofdzakelijk uit groen heuvelland; deels bebost en deels bedekt met extensieve landbouwgrond. De twee grootste stadjes van het eiland zijn Ancud in het noorden en Castro in het centrale deel van het eiland. De twee diepe baaien rondom Castro zorgen ervoor dat de stad langs drie kanten door water is omgeven. De kleurrijke 'palafitos' (huisjes op palen in het water) en de - door de paarse en gele tinten - zeer opvallende San Francisco-kerk, die op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat, vormen de voornaamste bezienswaardigheden. Vanuit Castro en het nabijgelegen Dalcahue kunt u, bij helder weer, in de verte de vulkanen op het vasteland onderscheiden, zoals de majestueuze Corcovado-vulkaan, de 2450 meter hoge Michimahuida (betekenis: 'Bekleed met bomen') en de veel lager (1150 meter) reikende Chaitén, die in mei 2008 uitbarstte en de complete evacuatie van het eronder gelegen dorp tot gevolg had - de gigantische rookkolom was vanaf het eiland Chiloé goed te zien! Dalcahue is trouwens een goede plaats om bijzondere inkopen te doen; de handwerksmarkt (vooral op zondag omvangrijk) is in heel Chili bekend. Chiloé is vooral een eiland van traditie, rust en natuur en staat verder bekend om de uitstekende gerechten met schaal- en schelpdieren. Op Chiloé leeft een diertje dat verder nergens op aarde voorkomt: de pudú. Dit dwerghert is nauwelijks groter dan 40 centimeter en wordt beschermd in reservaten en natuurgebieden. Aan de kust zijn flamingo's, zwartnek zwanen, vele zeevogels en een kolonie pinguïns te zien. Na het bewonderen van de vele kleurrijke houten kerkjes en de vele dieren kunt u ook gaan kajakken tussen de Chileense fjorden en gaan wandelen in het Nationale Park Chiloé.